Een bus vol diverse pluimage, voornamelijk gekken
Waren onbewaakt gaan rijden
Belandden in het ravijn zonder trekken
Het was niet te vermijden
Achteraf vertelden ze zonder scheuren
Het was het tófste sinds lange tijd
Zonder opscheppen of zo lieten ze het gebeuren
Ze hadden namelijk totaal geen besef van enige spijt
Het was de rit van hun leven, zo onbevreesd
De angst had hun eerder meester gemaakt
Maar nu zo achteraf op de rand van het bestaan te hebben gesjeesd
Was er veel blijven liggen en hadden ze het leven verzaakt
De trolleys, rugzakken van het leven
Vol bepakt en schuin van het marcheren
Waren ze desondanks veelal zichzelf gebleven
Ach, wat kon het hen ook deren
Iedereen was van de partij
Het was een bus vol met verhalen
De één was Jezus, de ander God zeiden ze blij
De puurheid liet zich echt niet vertalen
Zo kwam het dus dat ze zich hadden opgeworpen
Voor een nieuw avontuur
Onbevangen hadden ze het busje verneveld en reden door dorpen
Het enthousiasme, de joligheid, de motivatie hield hen achter het stuur
Het leven had ze namelijk alle hoeken laten zien
Waren veelal gezond van lijf en geest
Maar hun scheidslijn liep benevens het paranormale en hoe groter de geest het beest
Iedereen had een mooi IQ en ze konden allemaal tellen: tot tien!
Hun kinderlijke blijheid raakte menigeen
Ze hadden geen maskers, hoefden niks te verbloemen
Eentje had er zelf jicht in zijn grote teen
Eigenlijk waren ze om te zoenen
De moraal van dit rijmende verhaal
Is dat je je eigen spoor mag zoeken, rijden
Vanuit je pure zijn zonder galgenmaal
De ander met je gewone zijn te verblijden
Het ravijn hadden ze allemaal overleefd
Ze waren namelijk omringd door de sterren
U bent er één van ons zeiden ze tegen mij, beleefd
Want ze keken met de ogen van hun ziel, van verre
Het universum maakt geen onderscheid
Tussen jou, mij en die bus vol met jolige zielen
Er is geen hiërarchie, universeel gezien, zegt deze meid
Dus het zijn beslist geen infantielen
Elk hart, elke ziel en elk huis
Heeft zijn eigen story, rijm of rit te vertellen
Ieder draagt, ook jij, zijn eigen kruis
Zonder een oordeel te vellen
Mocht je iemand kennen
Die op de rand van de afgrond verkeert
Ga niet oordelen, vinger wijzen of jennen
Jong & oud gedaan, kan altijd worden afgeleerd
De gekken vertellen nog steeds hetzelfde verhaal
Geloven in de sterren, God en het hele universum
Gek genoeg voelen ze het hele arsenaal
Eigenlijk weten we dit allemaal
Gij zult niet oordelen, wel joelen
Als de bus van het leven het asfalt (bijna) niet meer raakt
Ben voorzichtig wat je uitkraamt over een ander, dat is wat ze bedoelen
Voordat het busje zo komt en jij op de volgende rit inhaakt
Samen dansen we de polonaise, de polka en alles wat dies meer zij
Zeiden de gekken onderweg in hun volgende rit vol met kreten
Ongeveinsd, ongeflatteerd, onbeschaamd onverbloemd en zeker geleefd, tegen mij
Ik… ík heb mezelf nog nooit zo lekker gevoeld, ervaren en gezeten
Ik ben blij
Kom met mij
Samen in het gekkenbusje erbij
Ik neem je niet in de maling, nei
Zitten we lekker zij aan zij…
Liefs, Irmgard