Ode aan het leven en aan een vriend die het leven intens leefde

In de sinecure van het bestaan ligt niets zo vast dat er een begin is en een einde. Ontsproten uit de sterren (op)nieuw het (een) bestaan gaan leven, is voorbehouden aan degenen die zich daarvoor vrijwillig hebben opgegeven. Je bent beslist geen universeel moetje.

Al is er een tijd van komen en gaan… je bent totaal vrijwillig hier en eenmaal opgegeven, kan je niet meer terug. Conform je plan en/of contract. Eenmaal in de molen die leven heet, ga je draaien, lopen, vieren, vertieren maar ook leren, verteren en op en neer al die keren. De mallemolen van het bestaan kan ieder van ons op zijn unieke paadje allengs bezig houden. Nou én of.

Ik wil een ode schrijven aan het leven, aan mijn vriend die gister verwacht maar toch o zo plotseling wist dat hij mocht gaan wederkeren naar de onstoffelijke zones van het universele goed. Zijn tijd hier was om. Spijtig genoeg voor eenieder die hem gekend heeft.

Niet alleen deze hartverwarmende ziel wil ik eren doch ook het leven zelf, al die zielen welke hem voorgingen en die hem nagaan. Nu en dan. Het leven is te precair om in de alledaagsheid te verkeren als je bestemd bent voor het grotere geheel. We zijn allemaal groots op onze eigen wijze, zijn allemaal voor uniciteit geboren en hebben, ieder op zijn specifieke aardse manier, tijd en uitingsvorm, de roeping (de innerlijke call) om voor jezelf te staan.

Je uniciteit mag je namelijk niet verdoezelen, noch achterhouden. Jouw unieke zielszijn mag je tonen, eren en daarmee verkeren in het zijn van alledag. We zijn niet allemaal beschoren en bestemd voor een lang en vervullend leven. Hetgeen blijkt uit het verdrietige heengaan van deze mooie ziel. Ik wil hem toch hier wat lof toeschuiven. Al zag ik hem niet veel, zijdelings als man van een vriendin, hij verstond de kunst van het leven te genieten, het zijn, het mensen naar de zin maken ook, het zelf zijn. O man… wat was hij zichzelf. Zijn goedlachse humorvolle zelf. Rijkelijk bedeeld met een hart van goud, een veelzijdige soul die de kunst volstond om het je op alle mogelijke manieren naar de zin te maken. Gastvrij heet dat. Gul noemen ze dat ook.

We hoeven het niet te hebben over menselijke dualistische kanten. Ongetwijfeld iedereen ontkomt niet aan een kant die meer licht behoeft. Daar wil en ga ik het niet over hebben. Het gaat erom dat deze vrijgevige, goedhartige ziel de taal van het universum sprak. De universele taal van liefde. Hij verstond het met zijn hart en ziel. Naar de mensen om hem heen. Wist met zijn gewone zijn (wat allerminst gewoon is!) iemand dusdanig te omhullen met zijn liefdevolle inborst dat jij als mens, als ziel, vervuld naar huis ging. Samen met zijn levensmaatje, mijn vriendin, verstond hij de kunst van het liefhebben, liefde geven en liefde zaaien.

Ik wil een ook een lofzang zingen, woorden van liefde geven aan hen die een inborst bezitten die zielsgedreven is, liefde zijn, liefde zo rijkelijk strooien dat ze zichzelf vaak achterstellen. Vergeten. Omdat ze willen, doen… gewoon zo zijn. Geprogrammeerd zijn. Het liefdevol dienen zit in hun zielenzijn verankerd als een onzichtbare draad die ver tot in de lichtste contreien van universum inhaakt. Dat zijn mensen die zich de liefde hebben eigengemaakt. Leven. Zoals mijn dierbare vriend. Die nu toekijkt vanuit een dimensie die ik mag voelen, ruiken, proeven, aftasten maar ook kan horen en zien. Nu ga ik zwijgen. Ik heb genoeg geschreven. Mijn boodschap is duidelijk. Moge duidelijk zijn. Eert de liefde, eert het leven, eert hen die ere toekomen. Amen.

Liefs, Irmgard

error: Content is protected !!