De softe flow meditatie

Op de fijnste plek waar ik ooit stond, op een bergtop met een wijds uitzicht, zag ik mijn spirit team en kwamen mijn vijf hoofdgidsen tot mij en spraken de (voor mij thans) prangende vraag uit. Ze vroegen mij wat is jouw potentie? Het bleef bij mij ijzig stil.

Potentie kan je namelijk niet bedenken maar is een gevoel vanuit je binnenste. Waar het vuur voor oplaait, de passie je voorbij holt en waar jij de vlam van jezelf naar buiten brengt met de vaststaande respectvolle overtuiging waarom je dit of dat doet. Neerzet vanuit je hart en ziel. Je kan namelijk niet leven wat je vanbinnen niet voelt, althans dat zou de zielsbevlogenheid mogen zijn.

Ik stond dus op die ene berg, een beeld uit een ver verleden, en ik voelde ter plekke dat ik geen instant antwoord kon geven. Zeker niet met mijn mind. Zo dook ik dieper de diepte in en werd uitgenodigd om mijn potentie te visualiseren en zag een brug. Achter de brug zag ik een verre mist en kon er geen beeld van maken omdat de lasten die ik droeg, de sluier die mij omwikkelde en benevelde geen zuivere contouren liet zien. Mijn gidsen waren meegelopen tot aan de brug en ik vroeg ze mee te gaan maar ze antwoordden dat ik zelf over de brug heen mocht. Dat ze niet alles konden en dat ik sommige (aardse) dingen zelf mag doen.

Aarzelend stapte ik de brug op niet wetende wat voor me lag en ik hikte tegen elke stap op. Voelde me best alleen ook. De horizonten waren vaag, de verwachtingen nihil en de sluier bedekte in zoverre mijn zielszelf dat mijn gevoel ook ingekuild lag, afgezwakt was en onderdrukt werd door mijn eigen pijn, verdriet en misère. Terwijl ik voort stapte, met enige tegenzin en strompelend van alle bagage die ik met me meedroeg, vielen de stappen me zwaar. Intens zwaar.

In de veronderstelling dat alles wat ik tot dusver geleefd had mij tot een zacht, ruimtelijk en blij leven zou mogen leiden, voelde ik dat dit geenszins waar was. Kon zijn. Immers, waarom voelde ik me ondanks alle processen, stappen en het pad wat ik tot zover had afgelegd niet vrij, vrolijk en sprankelde mijn zielspassie me niet tegemoet? Het was een utopie van het denken. Mijn gevoel was nog immer intens verzwaard door al datgene wat mijn ziel in zijn levens verzameld had. Dat was met een paar jaar intensief processen immers niet weg. Dat had ik weer bedacht. Hoe de mind mij aardig weer vertroebelde.

Ondertussen hoorde ik de uitnodiging mij te ontdoen van alles wat mij weerhield mijn potentie te voelen. Te leven. Gelijk hoorde ik een harde klap. Het was mijn rugzak met ballast die met een felheid van vallend, weerklinkend ijzer op de harde kasseien van de brug terechtkwam. Er kwam een pikhouweel uit waarmee ik duidelijk wist dat ik me vastgeklonken had in mijn eigen waarheid. De waarheid van mijn zielspijn. De pijn die aanvankelijk mij inherent maakte aan het leven. Leven was pijn. Pijn was leven. Ik was niet mijn pijn maar hield het vast. Omdat ik het gewend was. Uit oude patronen, bescherming en dynamiek. Ik zag scheermesjes die ik bij me had om mijn eigen leven te (kunnen) saboteren. Al voelend kwam ik tot besef dat ik altijd meer aan het leven had gehangen dan aan het er niet zijn en ik zag touw. Veel touw. De strop die ik zelf in stand hield en welke ik levens terug al had mogen afdoen maar wetende dat het destijds niet de timing was. Divine tijd dan.

Ik hoorde backpack na backpack vallen en de weerklank waarmee de rugzakken de grond raakten, werd zachter tot ik aan het eind van de brug voelde dat ik lichter was en er op dat moment even niets meer op mijn rug hing. Het was een vrij en ballastloos gevoel en mijn tred werd lichter. Op de achtergrond hoorde ik zacht dat iemand tegen me zei dat ik naar mijn potentie mocht lopen. Deze zou in de mist gehuld mogen zijn, in de sluiers van mijn eigen catacomben van weleer. Dat was mijn interpretatie dan. Een immens chateau (ja, zo’n mooi Frans geval. Een hebbedingetje voor in de toekomst) vulde mijn blikveld en ik kon het duidelijk zien. De buitenkant. Prachtig hoor. Helemaal verguld als ik was (ik dacht zo’n potentie wil ik wel hebben: groots als een chateau, wijds als een landgoed en met wijngaarden die de horizon overstijgen om anderen de druiven ervan te laten plukken) hoorde ik  ver weg zeggen “je ziet nog niets. In de sluiers en de mist zie je wellicht al wat contouren van je potentie”. Afijn, mijn droom viel instant in duigen en ik voelde dat er iets veel mooiers mocht zijn. Iets groters. Innerlijk grootser dan de pracht en praal die ik in dat overweldigende moment mocht aanschouwen.

Nog dieper zakte ik en prompt voelde ik een soort garden of Eden achter het kasteel liggen. Een paradijsje. Het lag in de schaduw van het chateau, amper te zien en het was in een dichte mist gehuld. Dat waarachtige innerlijke gevoel binnen in mijzelf oversteeg al mijn verwachtingen want daar voelde ik al aarzelend mijn potentie. Zowat verstopt achter de potsierlijkheid van de gevel, de reusachtigheid van het Franse optrekje en in lommerrijke schaduw van de imposante kolos die het zicht op mijn eigen innerlijke paradijsje onthield. Versperde.

Was ik bijna in die buitenkant, dat masker, gezeteld, werd ik zacht uit mijn eigen kaders van denken gehaald. Terwijl ik de tuin betrad, in totale verwondering, voelde ik dat ik hier op de juiste plek was aangekomen. Het voelde fijn, veilig en vertrouwd. Zoals gezegd voelde ik mijn potentie maar het werd nog niet helemaal helder. Vaag zag ik een bloem die transformeerde naar meerdere bloemen. Wat ik wel duidelijk zag was één grote, bloeiende rode appel die hangend aan een boom mij trachtte te verleiden en mijn oog werd naar de appel getrokken. De boom was in de mist die de tuin verdichtte verhuld maar de rode appel was zo duidelijk te onderscheiden. Tastbaar ook.

In de vele processen die ik geradbraakt heb gelopen, gestreden (ook tegen mijn eigen zelf en mind zelf, dat hardnekkige ego) heb ik één ding duidelijk geleerd. Laat je nooit verleiden van je pad af te geraken. Laat je niet verlokken tot schone schijn en tot een maskerade welke niet past bij je oorspronkelijke zelf. Bij je originele kern. Je zielszaligheid. Resoluut als ik ben, hakte ik instinctief de boom om. Maaiend en laaiend dat er weer een verleiding gepresenteerd werd. Ik was daar zo klaar mee! Het was precisiewerk. Echt niet zo ongeleid als ik was, niet in zwart en niet in wit gedacht maar overtuigd van dat al wat is in het moment geleefd mag worden in overeenstemming met mijn gevoel. Dit was niet zuiver.

Die boom der lustende verleiding lag nog niet om ik zag in vol ornaat daar mijn potentie stralen: het werd afgebeeld als een gloeiende lichtbal die een actieradius heeft waar je u tegen zegt en ik wist dit ís het! Alles wat ik gezocht heb, geprocest heb… hier ging het dus om. Dit was de vette zielsclou. Om de verbinding te leggen met mijn eigen zon, mijn eigen potentieel en in mijn eigen licht te stappen. Te omarmen, te koesteren en bovenal te gaan leven. Het licht omhulde mij en ik voelde me instant lichter worden, verheffen en al is het waarom nog niet duidelijk ik wist instinctief dat deze vereenzelviging, deze versmelting, de omarming een bekroning was op de processen die ik gelopen had. Wetende, dat ik nimmer klaar zal zijn in de vervolmaking van mijn eigen ziel, zielszijn, zielspotentieel en zielszaligheid en enkel wanneer de verlichting één is met mijn ziel, de liefde samengesmolten is met diezelfde ziel het hoogste zielsdoel heeft behaald: de verlichting. Dat is nog de ver van mijn bedje show.

Stond ik me daar te laven in mijn zielszon werd ik vervolgend geroepen verder te gaan op het pad van het potentieel. Ik zag een pad dat pijn deed, zelfs aan mijn zielsogen, het was van diamanten en de schittering verblinde mijn zicht. Ik liep erop en ik zag dat uit mijn mouwen, ik had een soort wit aposteljurkje aan met wijde mouwen en ik zag dat de diamanten uit de mouwen kwamen vallen. Het beeld zei mij dat wat ik met mijn ziel doe leven en geven, anderen zal toe doen vallen. Al lopend, stappend in mijn potentieel, zou ik verder lopen. Mijn pad begaan en anderen mogen geven vanuit dat potentieel. Zaaien. Liefde zaaien. Licht strooien. Een enorme dankbaarheid maakte zich van mij meester en ik kon alleen maar blij zijn dat mijn potentie zich zo duidelijk verbeelde en zich liet vertalen, dat mijn gidsenteam er was en mijn hoofdgidsen en dat ik zo geholpen word op mijn pad…

Liefs, Irmgard

error: Content is protected !!