Een label, sticker en etiket wordt soms snel gegeven en het opent zeker vele hulpverleningsdeuren. Maar wat als een kind, een jongere zo opgesloten zit in zelf dat het de uitgang (de deur) in zichzelf niet kan vinden en door het leven, de realiteit van zijn, zo overspoeld wordt dat hij/zij soms nog meer naar binnen trekt om vervolgens als alle prikkels oplopen tot een (gedrags-)explosie te komen?
Een voorbeeld uit mijn praktijk betreft een tiener. Voor velen niet te doorgronden omdat hij slechts een glimp van de werkelijkheid laat zien, zijn werkelijkheid. In de totale overspoeling van zijn richt zijn gedrag zich niet op binnen maar op hetgeen hij voorhanden krijgt. Meubilair, ruiten en dergelijke. Een schreeuw van onvermogen. Ook een roep om aandacht. Dat hij gezien wil worden. Op school kan hij nauwelijks mee, wordt niet gezien en is erg eenzaam. Voelt zich buitengesloten. Heeft één op één begeleiding nodig. De wereld is onduidelijk voor hem. Een kind wat klaarblijkelijk zijn plek, zijn weg en vooral zichzelf niet heeft gevonden. En dat terwijl altijd de uitgang voorhanden is. Binnen zelf.
Wat ik zie en voel is een timide, naar binnen gerichte, intelligente jongen. Hij begint meteen te vertellen. Dat hij paranormaal is en dat hij zoveel ziet en hoort en geeft aan dat het waarnemen in mijn bijzijn oploopt. Hij blijft dingen zien en me op de energieën om ons heen wijzen. Zie je dit en zie je dat? Ik zie niet alles wat hij ziet maar goed ik wil ook niet alles zien. Hij voelt overprikkeld aan en ik bemerk dat het onderscheid tussen wat is en niet is vaag is. Ik mag hem bevestigen in wat hij waarneemt.
Al pratend over zijn leven en wat hij op dat moment ziet, we gezamenlijk zien, probeer ik hem zoveel mogelijk te geven waar hij verder mee kan. Dat hij beslist niet ‘gek is’ hetgeen sommigen soms van hem denken als hij weer in enthousiasme iets ziet en dat verteld, dat hij niet continu “open hoeft te staan” en zich mag afschermen en geef hem enkele tips. Het feit dat we zo onbevangen kunnen praten over wat is niet is, zijn prikkelgevoeligheid en het uiten van zijn prikkels op een acceptabele manier (als je jezelf laat gaan dan ga je diep en moet je weer van terugkomen en dat is lastiger dan te voelen wat er binnen speelt en je dit op een adequate wijze aangeeft) voelt dat hij zich gehoord, gezien én bevestigd voelt.
Ik geef hem nog een korte healing en zie bij het afsluiten van onze bijzondere kennismaking dat het deurtje binnenin open is gezet en ik bespeur een lichte sprankel. Van dat hij mag zijn wie hij is en dat dat okay is. Als het gesprek ten einde is zeg ik tegen hem “jouw deurtje in je binnenste staat nu op een kiertje maar als alles je weer overspoelt, is het prima dat je de deur weer even dichtdoet en in zelf verkeerd maar gooi deze deur niet dicht. Het kost je minder moeite om de deur op een kier te laten staan en je veilig te kunnen terugtrekken dan dat je hem dichtgooit en dan weer naar buiten wilt”.
Dankbaar voor wat ik mag doen waren mijn hart en ziel ook weer vervuld van een sprankel. En daar gaat het om. Dat we allemaal (weer ) die sprankel van binnen voelen en het licht vanuit de deur kunnen laten stralen naar anderen…
Liefs, Irmgard